Waarom stoppen er opeens zoveel huisartsen?
‘We doen ons best,’ zei mijn huisarts.
‘Maar we zijn al maanden onderbezet.’ Twee online ingeplande consulten bleken niet goed doorgekomen te zijn (waardoor ik er twee keer voor Jan Doedel aan was komen kachelen) en bellen voor een afspraak kostte me 39 minuten in de wacht hangen en bijna 80 keer het bandje aan moeten horen waarin ik werd aangemoedigd om online een afspraak te maken. Onderbezet dus. De waarnemer van mijn vaste huisarts heeft er inmiddels ook alweer de brui aangegeven waardoor ik, als ik geen spoedgeval ben, op zijn vroegst over vijf werkdagen terecht kan.
Wat er aan de hand is? Nogal wat.
Bij elke nascholing krijgen huisartsen er weer een extra taak bij. Kindermishandeling moet actief worden opgespoord, patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten moeten preventief uit de kaartenbak worden gevist en worden benaderd. Heel veel zorg – longzorg, diabetes en recent de abortuspil – is van de ziekenhuizen op de huisarts afgeschoven, want dat zou zoveel prettiger zijn voor de patiënt. Tel daarbij op de extra patiëntentoestroom door de bezuinigingen op de ggz, de jeugdzorg en het sluiten van de verzorgingshuizen en de huisartsen stromen over.
Daarnaast worden onze huisdokters overladen met wat ze ‘bullshit-zorg’ noemen. Praktijkvoorbeeld? Huisarts Rieneke Noppen kreeg een patiënt met jeukklachten op haar spreekuur veroorzaakt door een kakkerlakkenplaag bij de patiënt thuis. Het toeval wilde dat de gemeente de ongediertebestrijding net had wegbezuinigd, waardoor meneer dat zelf moest betalen. Behalve als de dokter even een brief zou opstellen waaruit de medische noodzaak van de bestrijding zou blijken. En dan zijn er ook nog de zorgverzekeraars met hun regels. Zoals daar zijn de verplichting om verbandmateriaal bij specifieke groothandels te bestellen die alleen tussen 9 en 17 uur bereikbaar zijn. Al dit soort bullshit drijft menig huisarts tot wanhoop. Met als grootste ergernis de vijfjaarlijkse herregistratie als huisarts, wat in de praktijk betekent dat de huisarts verplicht iemand 300 euro per uur moet betalen die, overigens zonder kennis van zaken, in de spreekkamer komt vertellen hoe de arts zijn werk moet doen – alsof ie dat niet elke dag al doet.
De Nederlandse zorg rammelt aan alle kanten en de huisarts mag het oplossen, luidt het.
Nog zo’n fijn praktijkvoorbeeld: de patiënt van Soetje Slagter kampte met een alcoholverslaving en een posttraumatisch stresssyndroom. De verslavingskliniek kon hem niet helpen, vanwege zijn psychiatrische aandoening. De ggz-instelling wilde hem niet hebben vanwege zijn dubbele diagnose. Deze patiënt blijft dus op het bordje van de huisarts liggen die heus wel wíl helpen, maar dat niet altijd zomaar kan. Ook in de ouderenzorg gaat het vaak op eenzelfde manier mis. Veel te veel oude mensen wonen thuis terwijl ze dat eigenlijk niet meer aankunnen en als de huisarts probeert om thuiszorg in te schakelen, lukt dat vaak niet, of mag de thuiszorg niet genoeg uren leveren. Het moet eerst mislopen – een val, of een delier – voordat er eindelijk iets echt geregeld kan worden.
Tel daarbij op dat de inkomsten van de huidige huisarts al lang niet meer zijn wat de ouderwetse dorpsdokter vroeger binnenharkte en heel veel huisartsen geven er de brui aan. In gebieden als de kop van Noord-Holland, Zeeland en Drenthe is inmiddels nauwelijks nog een huisarts te vinden. Dus met vijf dagen moeten wachten op een consult mag ik mijn handjes nog dichtknijpen.
Bron: Volkskrant.