Blaasontsteking en blote voetenwijn
Nee hè! Blaasontsteking. Jaren niet gehad. In Zambia had ik er vaak last van en uit die tijd dateert mijn voorraad antibiotica. Nu is het even de vraag waar die is gebleven.
‘Mag ik een suggestie doen?’ vraagt Man, ‘in een doos?’ Joh. Alsof ik al niet een uur kuilen graaf in de resterende volle dozen om te zoeken naar dat ene etui dat ik ooit cadeau kreeg bij een vliegmaatschappij. We kregen een onverwachte upgrade naar de businessclass en daar kwamen ze met dat tasje aanzetten. Je hebt niets aan de inhoud, maar toen ik alles eruit had gekieperd, promoveerde ik het ding tot medicijntas. Daar zitten ze in. Zul je altijd zien, pas bij de laatste doos is het raak. Gelukkig, want de hele tijd het gevoel hebben dat je moet plassen en dat er dan niets komt, dat is zo irritant en pijnlijk. ‘Meteen twee innemen,’ zegt Man (die dat weet), ‘en de kuur afmaken.’ Na de vierde dag kijk ik naar de houdbaarheidsdatum. Daar zijn die pillen allang overheen. ‘Geeft niks’, vindt Man (ook dat weet hij). Oké. Ik leef trouwens nog gewoon.
Die ochtend komt de zuster van de thuiszorg, omdat Man al maanden met een lelijke wond op zijn been tobt. Zij heeft altijd wel een verhaal, zo ook nu, naar aanleiding van mijn pillen. Hoe een hoogbejaarde patiënt het nogal onoverzichtelijk vond, dat ze twaalf pillen per dag moest innemen, allemaal uit andere potjes en strips. Ze gooide de hele reut door elkaar in een grote pot en nam er elke dag vier. Dat vond ze meer dan genoeg. ‘En het gekke was,’ zegt zuster, ‘er gebeurde niks ergs, dus je vraagt je af hoe nuttig die twaalf pillen waren.’ Dat stelt me gerust. Dan zal het met mijn overjarige pillen ook wel meevallen. En die blaasontsteking is al bijna over.
De bel gaat. Daar is DHL met een gezellige meevaller. Een cadeaudoos met verrukkelijke Blotevoetenwijn. Dat moet ik even uitleggen, anders denken jullie dat ik voor het noemen van die wijn betaald word. Echt niet. En dat hoeft ook niet. Die firma had van de kaboutertjes gehoord dat ik fan was van hun Blotevoetenwijn. Die wijn dronken we in Zambia altijd. Als we in Lusaka waren, sloegen we ruim de Barefoot-flessen in. Blotevoetenwijn dus. Heerlijk. En wat werden we extatisch vrolijk toen we in Noordwijk, gewoon bij Dirk, diezelfde Barefoot-wijn vonden. Hebberig stortten we de kar vol. Waarom die wijn zo heet weet ik eigenlijk niet, maar wie zit daar mee als Barefoot lekker bekt en heerlijk wegslobbert? ‘Jij mag nog niks, met die antibiotica,’ zegt Man pretbedervend (alweer iets dat hij denkt te weten). Hij kan me wat. Het is vandaag dag vijf van de kuur. Ik denk aan die bejaarde mevrouw met haar pillendoos. Die is nog steeds niet dood. Straks is het vijf uur en reken maar dat er een fles Barefoot opengaat. Slecht voor je blaas? Vast. Of juist niet, dat kan ook. Ik drink er veel water bij, ter verdunning. Heel even zullen we ons weer in Zambia wanen, op ons overdekte terras, met de honden aan onze (blote) voeten, en het uitzicht op de tropische tuin. Proost! En op z’n Zambiaans: zikomo (= dank), leuke firma!