Adje is de gelukkige eigenaar van een zakje speculaaskruiden en dat komt haar, in deze tijd van het jaar, erg goed uit. Daar in Italië.
Ken je dat gevoel, je wordt ‘s ochtends wakker met de smaak van iets heel specifieks in je mond. Sinds ik in Italië woon, overkomt het mij zo rond Sinterklaas dat ik wakker word met de smaak van speculaasjes. Als ik opsta en een kop koffie neem, ruik ik zelfs ook de lucht van versgebakken speculaas. Niet raar, want als banketbakkersdochter ken ik die smaak en de lucht als geen ander.
Gelukkig ben ik altijd in het bezit van een half pond speculaaskruiden en mocht de voorraad onder de 100 gram komen, dan laat ik meteen nieuwe invliegen. Vanochtend overkwam het me weer, het komt altijd spontaan opzetten. Snel loop ik naar de keuken en trek het laatje met de speculaaskruiden open en dan moet er eerst geroken worden. Daarna komt het boek ‘De Banketbakker’ van Cees Holtkamp er aan te pas en wordt er gewogen, gemixt , gekneed en dan moet het deeg een halve dag rusten en rijpen.
Goedkeurend wordt er in de plaatselijke bar geproefd en gehumd
Begin van de middag gaat de oven aan. Eindelijk kan er gebakken worden en het hele huis geurt al snel naar speculaas. Aan het einde van de middag moet ik even wat overleggen met Paola, eigenaresse van onze plaatselijke bar La Bottega di Memmo e Gilda. Natuurlijk neem ik een zakje speculaasjes mee, Paola doet ze gelijk op een schaaltje en deelt uit. Goedkeurend wordt er geproefd en gehumd. En dan komen de vragen: welke specerijen gebruik je hiervoor, hoe krijg je ze zo knapperig? Ik leg alles uit, terwijl iedereen nog snel een tweede speculaasje neemt. Als ik twee uur later thuis kom ruikt mijn hele huis nog naar speculaas, ik glimlach voldaan.