Met vrienden
op vakantie?

 

Ik zie het veel om me heen gebeuren. Mensen die lekker samen met vrienden op vakantie gaan. Jaar in, jaar uit, doen sommigen het zelfs.

 

 

Ik ga altijd alleen met m’n beste vriend: m’n man. En laat ik het zo zeggen: we hebben onze handen vol genoeg aan elkaar ;-)

 

Vrienden ontmoeten in de vakantie is weer een ander ding. Een paar dagen samen optrekken vind ik hartstikke leuk. Maar dan weer lekker verder op onszelf. Dat vind ik het fijnste. Waarom? Redenen genoeg, maar ik noem er vijf, die voor mij het meest doorslaggevend zijn.

 

Ook niet een lekker lang weekendje met vrienden? Tuurlijk wel! Superleuk. Eindelijk weer eens gezellig de tijd om bij te praten. Waarom dan niet langer? Hierom:

 

1.

De vakantieportemonnee, ook wel genaamd de vakantiepot. Jesses de besses. Wat heb ik daar een hekel aan. De hele tijd delen, checken en vermenigvuldigen en iets in de pot moeten doen. Ik wil niet zoveel aan geld denken in de vakantie. Word ik echt iebelig van. Vergalt m’n vakantiepret.

 

2.

Einde dag. Je valt om van de slaap. Komt de hamvraag of liever de hamvragen: hoe laat staan we morgen op? Hoe laat ontbijten we? Wie rijdt er dan even naar de bakker? Wat gaan we morgen doen? En als het regent wat is dan plan B? Please… mag ik dat ter plekke verzinnen de volgende dag? Dat heet vakantie voor mij. Kijken hoe de wind waait. Letterlijk en figuurlijk. En dat is al lastig genoeg met z’n tweeën.

 

3.

De lunch- of avondeten-vragen. ‘Is het wel nodig om te lunchen?’ ‘Franska, jij denkt alleen aan eten.’ (Val ik weer eens door de mand, want dat klopt). ‘Waar gaan we eten, of zullen we zomaar kijken waar we terechtkomen’ (Niet mijn ding, ik wil zeker weten dat het leuk en lekker is.) Hoeveel bestellen we? Ja/nee een voorafje? En dan opletten dat ik niet altijd degene ben die het duurste bestelt. Of als enige een voorafje wil, want dan klopt de pot niet meer. Krijg je misschien wel scheve gezichten…

 

Vrienden in de auto op het strand op vakantie

4.

Een gast en een vis, blijven maar drie dagen fris. Eén van de honderd vaste gezegdes van m’n moeder. En ik geloof er echt in. Daardoor denk ik waarschijnlijk steevast na de derde nacht: zie je wel… te lang… daar heb je het al. Van die kleine ergernissen over en weer, die niet uitgesproken worden, maar die wel de sfeer aantasten.

 

5.

M’n vrienden zijn te leuk. Die wil ik niet kwijt. En al helemaal niet door een mislukte gezamenlijke vakantie of een vakantieruzie.

Door: Franska

Afbeelding van Franska