Mijn vader kocht chocolade (van een ander en goedkoper merk dan mijn moeder in huis haalde, dus beter voor de portemonnee), mijn vader kocht noten (zogenaamd omdat mijn moeder daar zo van hield maar hij at ze allemaal zelf op), mijn vader kocht vaatdoekjes (geen idee verder waarom, want hij heeft in zijn hele leven niet één keer een tafel of aanrecht afgenomen), mijn vader kocht wijn (want daar had hij natuurlijk veel meer verstand van dan mijn moeder), mijn vader kocht tien pakken mierzoete nepvruchtendrank (net zo gezond als een uitgeperste sinaasappel en bovendien in de aanbieding). Tegen de tijd dat hij een halve kar nonsensboodschappen bij elkaar had gescharreld, had mijn moeder de echte boodschappen gedaan en kon er toch nog gewoon gegeten worden die dag.
Hoe doen we dat met die boodschappen anno 2018, vroeg ik me af. Een rondje langs wat vriendinnen levert een hilarisch lijstje met mannenboodschappen op.
- Diepvriesfrieten voor de air fryer (die hij niet heeft)
- Twee keer een halve liter room (de helft van één halve liter heeft hij nodig voor zijn recept, de andere helft van die halve liter en de extra halve liter zijn voor als het misgaat)
- Vier rookworsten voor als hij ’s avonds snackzin krijgt (sorry?)
- Vier totaal verschillende flessen wijn voor het diner van vanavond (‘Ik dacht dan kunnen we proeven welke de lekkerste is.’)
- Twee hele broden, niet gesneden, want ze waren nog te warm (‘Oh ja, dat is ook zo, brood vriezen we altijd in.’)
- Chips in drie smaken want dat vindt zij lekker (‘Oh ja, dieet, sorry vergeten.’)
- Vier pakjes thee (‘Ik wist even niet meer welke, want ik drink dat spul niet, maar komt wel op toch?’)
- Avocado’s voor vanavond (hard genoeg om iemand een gat mee in zijn hoofd te gooien)
- Vijgenchutney voor bij de kaas toe (maar we hebben geen kaas toe)
En wij vrouwen?
‘Gewoon wat je nodig hebt voor het eten van vandaag, morgen, overmorgen.’
‘Wat op is moet worden aangevuld.’
‘Zo min mogelijk rotzooi uit een pakje.’
‘Boodschappen doen moet snel.’
‘Een hekel aan schappen ‘uitkammen’ op zoek naar iets nieuws.’
‘Lijstje afwerken en naar de kassa.’
‘Niet te veel want er blijft altijd over.’
EENS OF ONEENS?