Niet lang daarna stort de brug in Genua in. Opnieuw alarm, want hoeveel van mijn sociale-media-vrienden zijn wel niet in Italië op vakantie?! In gedachten maak ik een lijstje en check ik accounts. Geen bekende slachtoffers. Ondertussen kom ik zelf terecht in een rampgebied en merk ik dat vrienden bij mij hetzelfde doen als ik: “Gaat het goed met je?” “Ben je er nog?” Ongerustheid alom en opluchting als alles goed blijkt.
Hoe deden we dat in hemelsnaam vóór de tijd dat iedereen een computer in z’n broekzak had die hem in een seconde met de hele wereld connect?! Wat voor geduld en stalen zenuwen moest je dan toch hebben?! Ik herinner me nog dat vriendlief en ik op onze eerste reizen ‘s avonds bij de wereldontvanger afstemden op de berichten van de ANWB-alarmcentrale. Was er iets aan de hand, dan wisten we dat we dat daar zouden horen. Verder belden we een keer per week naar huis, als dat lukte.
Het had wel wat, die totale afgeslotenheid van het thuisfront. Maar toch… Ik ben zo blij dat ik een beetje in de gaten kan houden waar iedereen zich bevindt en of het goed met ze gaat. En ja, ik maak me daardoor vaker zorgen. Daar staat tegenover dat ik het gevoel heb dat de verbondenheid met heel veel mensen groter is.
Als ik na een omweg weer thuis ben van vakantie, komt er een berichtje van mijn oud-collega, die ook weer thuis is: “Hoe gaat het nu?” en ik weet zeker dat zij precies weet hoe ik me voel. Zonder sociale media waren we elkaar allang uit het oog verloren, maar nu delen we met een half woord onze gevoelens. Ja, we hebben ons zorgen over elkaar gemaakt, maar wat voelt het fijn om begrepen te worden door iemand die ik anders wellicht nooit meer sprak…