Hadden we ineens een hond

Hij was niet bij ons weg te slaan. Dan is het je lot, toch? Dan hoort ‘ie bij je. Zo gaan die dingen soms.

 

We zaten in een heel leuk huis vlakbij Entraygues-sur-Truyère in Zuid-Frankrijk. Jaja, ik hou ook best veel van Frankrijk hoor. Loei- en loeiheet was het. Graad of veertig. Maar er werd gewandeld. Want dat was gepland en plan is plan. Uiteraard gingen we iets vroeger van huis, want je moet met zulk weer natuurlijk niet op het heetst van de dag gaan lopen. Dat het een uur na vertrek al twaalf uur was, kwam alleen maar doordat wij gewoon niet van die vroege starters zijn in de vakantie. Eerst even op je gemak ontbijten, toch? En dan met de auto naar de plek waar volgens de kaart een erg mooie wandeling zou starten. Grotendeels door de bossen, dus beschut.

 

Jaja, er was over nagedacht.

 

Het eerste stuk ging lángs een bos. Vol in de bakkende zon langs een akker. Heel mooi, dat wel. Toen ik op m’n horloge keek, zag ik dat de timing perfect was. NOT. 12u30! Gelukkig liep het pad na een kilometer het bos in. Veel koeler was het daar niet, maar er was in elk geval schaduw.

 

Wandelkaartenmakers zijn soms best brutaal. Brutaler dan wij in elk geval, maar we konden geen kant meer op. Opeens stonden we op het erf van een boerderij. Geen mens te bekennen. Wel meteen een blaffende en springende hond natuurlijk. En eigenlijk een erg schattig leukje, dat beest. Stoïcijns doorlopen geblazen, en die hond blaffend, van de een naar de ander springend en kwispelend achter ons aan. Wij maar steeds ‘ga terug’ roepend. Hielp niet. Ook in ons beste Frans werkte het niet, waarschijnlijk niet goed uitgesproken. En het beest had zin in een wandeling blijkbaar. Enfin, toen we twee uur later weer in het dorp terugkwamen en hij intussen onze halve voorraad drinkwater op had, wilden we even ergens iets gaan drinken. Maar ja, die hond…

 

 

Dus: eerst even een deken op de achterbank. Meneer zat onder de rotzooi, want hij was om af te koelen onderweg steeds plat op z’n buik met gestrekte pootjes in bijna uitgedroogde beekjes gaan liggen. Hij moest terug naar die boerderij, vonden we, al leek hij ons heel erg leuk te vinden. Hup-hup, hond op de achterbank. Vond ‘ie supergezellig. Braaf beest. Wij naar de plek waar ‘ie ons was gaan volgen. Vertikte hij het daar ter plekke om uit te stappen. Dus tja. Toen hadden we ineens een hond. Hij had gewoon voor ons gekozen.

 

Geintje. Tuurlijk niet. Met enige dwang hebben we hem eruit gezet en wat ‘ie ook deed om terug te springen, no way, hij kwam er niet in. Wij weg. Het beest bleef nog even achter ons aan rennen. Maar een auto hield ‘ie niet bij. Daarna hebben we ons toch heel lang afgevraagd of ‘ie eigenlijk wel bij die boerderij hoorde, of juist in het dorp. We zullen het nooit weten.

 

Door Franska

 

Fotografie portret: Esmee Franken. Visagie: Linda van Ieperen. Haarstylist: Mandy Huijs

Franska