Minilesje Italiaans

En natuurlijk ook een lekker recept van Adje uit Umbrië. Oei, wat krijg ik een zin om daarheen te gaan zeg…

 

Kappertjes zijn Capperi en Kapperappeltjes heten hier Cucunci

 

Ik ben dol op kappertjes en het leuke van in Italië wonen is dat ik vaak achter dingen kom die ik helemaal niet wist. Kappertjes groeien hier in het wild. Het is een plantje dat zich heel tevreden voelt tussen twee stenen in een muurtje. Met een heel klein beetje water kunnen ze leven. En als dank bloeit het kappertje ook nog eens prachtig.

 

Kappertjes zijn de nog gesloten bloemknoppen van de Capparis Spinoza. De beste kappertjes komen van Salina en Pantelleria, twee kleine vulkaaneilanden in de buurt van Sicilië. Hier groeien de kappertjes aan struiken die in greppels zijn geplant, zodat ze stevig staan en bestand zijn tegen de siroccowind. Omdat de bloemknoppen niet open mogen gaan, is het moment van oogsten erg belangrijk. De kappertjes worden net voor de zomer handmatig geoogst. Ze hebben namelijk alleen de juiste structuur als de knop precies compact genoeg is – en net niet te ver ontwikkeld. Deze knoppen zijn net als olijven te bitter om zo te eten. Daarom worden ze gepekeld of op wijnazijn gezet, zodat deze bittere smaak verdwijnt.

 

Na de pluk blijft er nog een heel aantal knoppen aan de struik hangen, omdat er natuurlijk een heleboel knoppen nog niet “rijp” zijn. Een paar weken later staan dan alle struiken volop in bloei en veranderen ze het landschap in een witte zee. Na de bloei komen er kapperappeltjes aan de struiken. Deze zitten van binnen vol met kleine zaadjes. Ook deze cucunci, zoals ze hier worden genoemd, zijn heerlijk om te eten; ze zijn iets milder van smaak dan hun kleine zusjes, de capperi.

 

Konijnendijen met Cucunci

Ingredienten:

  • Een kilo konijnendijen
  • 1 ons cucunci
  • Olijfolie
  • Tijm, peterselie, marjolein, munt, salie, rozemarijn
  • 4 tl kerrie
  • Peper en zout
  • Bloem
  • Halve liter witte wijn

 

 

 

Kruid de konijnendijen met zout, peper en de kerrie. Laat dit een uurtje intrekken. Verwarm een goede scheut olijfolie in een braadpan en bak het vlees rondom lekker bruin. Zet het vuur laag. Strooi een klein handje bloem bij het vlees, laat even meebakken en voeg dan onder goed roeren de halve liter witte wijn toe. Zorg dat je geen klontjes krijgt. Laat alles een half uurtje pruttelen. In de tussentijd hak je alle verse kruiden (ongeveer twee handen) en strooi ze in de pan – met zonodig nog een goede scheut witte wijn. Laat dit een kwartiertje sudderen en voeg als laatste de cucunci toe. Hierna het geheel nog zo’n 5 minuten op laten staan. 

 

Heerlijk met geroosterde pompoen en aardappeltjes met rozemarijn.

 

Met een hartelijke groet uit Umbrië,

 

Adje Middelbeek Gastvrouw van B&B Podere del Buongustaio / Montegiove (IT)

 

Door : Adje Middelbeek

 

Adje Middelbeek woont en werkt in Umbrië (Italië). Vanuit haar supergezellige B&B c.q. vakantiehuis Podere del Buongustaio organiseert ze de mooiste culi-reizen