We zijn de weg kwijt

‘Dat snap ik nou echt helemaal niet. Dat zomaar gaan rijden zonder enig idee te hebben waar je bent.’

 

‘Waar ben je nu?’

 

‘In Friesland.’

 

‘Ja dûh! Dat weet ik ook wel. Waar in Friesland?’

 

‘Wacht even. Galemawei staat hier. Alsof ik ook in een wei sta!’

 

‘Wei betekent weg in het Fries.’

 

‘Ach.’

 

‘Enig idee in welke plaats deze wei ligt?’

 

‘Hou eens op. Ik heb gewoon precies gedaan wat die navigatie aangeeft.’

 

‘Maar je weet toch wel waar je bent afgeslagen?’

 

‘Nee, want als ik dat zou weten, zou ik die navigatie ook niet nodig hebben.’

 

‘Dat snap ik nou echt helemaal niet. Dat zomaar gaan rijden zonder enig idee te hebben waar je bent. Kijk je nog wel eens om je heen? Het is toch niet gek dat je de weg kwijtraakt bij de minste of geringste wegomlegging.’

 

‘Dat is wel gek. Want dat ding blijft eindeloos roepen dat ik om moet keren. Terug naar de wegomlegging. Daar is toch niet over nagedacht!?’

 

Als hij ergens naartoe moet, gaat hij eerst op google maps kijken. Hij wil de kaart op z’n netvlies krijgen, zoals hij dat zegt. Waar ligt een plaats, welke plaatsen liggen er in de buurt, snelwegnummers, dat soort dingen. Heeft hij de kaart in de smiezen dan kijkt hij vervolgens op routenet. Voor de weg van A naar B uiteraard. Soms vindt hij het nodig om die route uit te printen, waar ik het steevast apert mee oneens ben, want A: er wordt in de praktijk toch nooit op gekeken en B: zonde van al dat papier (stel je het aantal pagina’s voor een reis naar Italië maar eens voor). En dan is hij zover – of wij. In de auto, navigatie aan en karren maar.

 

Gelukkig ben ik niet de enige die wel eens om de tuin wordt geleid door de navigatie. Totaal het spoor bijster raakt zelfs. Ik los dat heel praktisch op door te stoppen en ouderwets naar de weg te vragen. Tweede rechts, bij het benzinestation links aanhouden en op het kruispunt waar rechts op de hoek een sigarenboertje zit nog een keer rechts en dan ben je er. ‘Dank! Moet lukken.’ Hij lost het liever zelf op.

 

 

‘Wacht even. Even kijken hoe dit zit. Ik denk . . . ja . . .’

 

‘Vraag het dan even.’

 

‘Nee joh. Niet nodig. Ik kom er wel uit.’

 

‘Tuurlijk.’

 

‘Zie je. Als ik hier . . . dan . . . Ja.’

 

‘Zal ik het even vragen?’

 

‘Stil nou even. Ik weet het al.’

 

‘Knap hoor!’

 

Door: Brigitte Bormans

 

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.