Regels alla. Want zonder regels geen structuur, geen grenzen, geen duidelijkheid, geen stok achter de deur en geen stok om mee te slaan. Vandaar dus regels. Max Verstappen die te jong was voor zijn rijbewijs maar wel met ruim 300 kilometer per uur mocht racen? Lachen! Een prent van zeventig euro thuiskrijgen voor tien kilometer te hard rijden? Niet lachen maar wel dat je zegt ‘ik-begrijp-dat-er-verkeersregels-zijn’.
Maar toch: soms zijn er van die regels die jeuken. De kwestie Lili en Howick om maar eens een voorbeeld te noemen waar iedereen wel wat van vond, jeukte heel erg bij mij. Ik kan het niet helpen, maar het enige wat ik zag waren twee kinderen die gemangeld werden door de wetten en regels van de grotemensenwereld, terwijl ze hier niets aan konden doen en terwijl er op die regels en wetten echt wel van alles aan te merken valt.
Sinds Lili en Howick heb ik goede hoop. In de eerste plaats hoop ik dat de pakweg 400 kinderen die nog in de procedure zitten, snel mogen horen hoe de rest van hun leven er uit zal gaan zien.
Ik hoop in deze het-kan-niet-op-tijden-van-hoogconjunctuur ook dat mensen die in de zorg werken weer mogen zorgen. Dat onderwijzers weer mogen onderwijzen. Dat boeren weer mogen boeren. En dat er genoeg politieagenten zijn om over ons te waken. Ik hoop trouwens ook nog dat er een einde wordt gemaakt aan de oneindige hoeveelheid formulieren die nodig zijn om een parkeervergunning aan te vragen, of zorgtoeslag of wat dan ook. En tot slot hoop ik nog dat het medicijnentekort opgelost wordt en natuurlijk ook dat de mondhygiëniste wat aan haar tarieven doet.
Ik ben trouwens wel bang dat er eerst nog wat werk aan de winkel is. Zo zullen sommige regels moeten worden geschrapt en andere worden aangepast. Misschien is het handig als de handhavers eerst eens proberen hoe het voelt om een uitzondering op de regel te maken. Voelt dat menselijker, billijker, natuurlijker? En mochten ze twijfelen: het zijn juist de uitzonderingen die de regels bevestigen hè! Dus geen gedraal, gewoon ogen dicht en gaan.