Racen door de ziekenhuisgang

May moet huilen om Chantal Bles en haar kindjes. 

 

 

 

In ons gezin is de familie Bles-Doornbos dagelijks onderwerp van gesprek. Voor het geval u hen niet kent: zij is styliste, hij voormalig F1-coureur en commentator bij alle Formule 1-wedstrijden. Samen hebben ze een dochter Jada van tweeëneenhalf en een zoontje Josh dat vandaag exact zes dagen oud is. Bij Jada werd een aantal maanden geleden een tumor met uitzaaiingen ontdekt en sindsdien is het leven van Chantal en Robert een leven van uitersten. Een leven van angst en hoop, van liefde en kracht, van vechten en vertrouwen.

 

Ik kan huilen om de berichten die Chantal plaatst op haar Instagramaccount. Ze is daar open over hoe het leven hen treft, ten goede en ten kwade. Hun veerkracht is grenzeloos. Gisteren, vijf dagen (víjf dagen, VIJF dagen) na haar bevalling dus, deelde ze weer een filmpje waarbij ze weer terug zijn in het Prinses Máxima-Centrum en de kleine Jada met vlinder-i-Pad door de gang werd gereden.

 

Mijn middelste dochter (9) komt naast me zitten op de overloop. Eigenlijk moet ze naar bed, maar vooruit. Of ze nog even de foto’s mocht zien van hoe Jada er eerst uitzag. Jongste meisje klimt uit haar bedje en komt ook aanlopen. “Mag ik ook kijken?” Ik twijfel, maar neem een voorbeeld aan Chantal. Delen is vermenigvuldigen en kinderen mogen het leven zien.

 

Middelste meisje legt uit. “Dit meisje heeft kanker. Als je vijftien jaar bent en je hebt kanker, is dat heel erg. Maar als je tweeënhalf bent, is het pas echt erg. Dan ben je er nog helemaal niet aan gewend.” Jongste meisje is stil. “Dus als een baby kanker krijgt, is het ’t allerergst? Want dan ben je er dus echt nog niet aan gewend”, is haar conclusie.

 

Mijn middelste dochter (9) komt naast me zitten op de overloop. Eigenlijk moet ze naar bed, maar vooruit. Of ze nog even de foto’s mocht zien van hoe Jada er eerst uitzag. Jongste meisje klimt uit haar bedje en komt ook aanlopen. “Mag ik ook kijken?” Ik twijfel, maar neem een voorbeeld aan Chantal. Delen is vermenigvuldigen en kinderen mogen het leven zien.

 

Middelste meisje legt uit. “Dit meisje heeft kanker. Als je vijftien jaar bent en je hebt kanker, is dat heel erg. Maar als je tweeënhalf bent, is het pas echt erg. Dan ben je er nog helemaal niet aan gewend.” Jongste meisje is stil. “Dus als een baby kanker krijgt, is het ’t allerergst? Want dan ben je er dus echt nog niet aan gewend”, is haar conclusie.

 

 

Middelste meisje licht ineens op. “Twee dingen zijn er wel leuk aan. 1: (vingertje gaat in de lucht) je wordt ontzettend verwend en 2: (vingertje erbij) je mag in je bed racen door de gangen.”

 

“Oma had toch ook borstkankers?” Jongste gaat voort. “Daar was ze dus wel aan gewend, want oma was al best oud.”

 

De volgende vraag had ik kunnen verwachten.

 

“Mocht ze ook racen door de gang?”

 

Ik kus ze welterusten en ben blij dat kinderen, hoe droef de situatie ook, je toch aan het lachen kunnen maken.

 

Door: May-Britt Mobach

 

May-Britt Mobach is hoofdredacteur van Amayzine.com, voor Franska.nl schrijft ze over haar bijzondere gezin.

Fotografie: Esmee Franken, visagie: Linda van Iperen, haarstylist: Mandy Huijs