Een witte fledder op mijn hoofd

 

Met drie kinderen, van wie een in een rolstoel, een in de wandelwagen, plus nog een op een fietsje, voelde Elise zich weleens een circusattractie.

 

Als je naast een gehandicapte zoon nog twee andere kinderen hebt, is dat logistiek op z’n zachtst gezegd een uitdaging. Inmiddels kunnen de jongste twee lopen, maar nog niet zo lang geleden was de enige optie: met rechts Ties in de rolstoel en met links de wandelwagen duwen, tussendoor schreeuwend naar mijn fietsende kleuter dat hij bij elke stoep moest wachten.
 
Zelf was ik er aan gewend maar voor omstanders bleek ik keer op keer een circusattractie. Niet zelden sloegen mensen hun hand voor de mond en vroegen ze daarna geschokt of ze konden helpen. Anderen zagen er de lol juist van in en riepen ‘Doe je best meid!’ of – ik verzin dit niet – applaudisseerden.

 
Meestal voelde ik me een onverschrokken moeder de gans die blijmoedig haar eendjes voor zich uit wapperde. Maar soms wilde ik weleens dat alles anders was. Zoals bij de eerste consultatiebureau-afspraak van mijn dochter. Het begon er al mee dat Ties een door mij totaal niet ingecalculeerde studiedag bleek te hebben, en dus mee moest. Eenmaal daar kieperde Rijk de buggy achterover met zijn pasgeboren zusje erin, terwijl ik met handen en voeten de rolstoel een manshoge stoep op probeerde te krijgen. Vervolgens bleken we een uur te vroeg. En als grande finale kreeg ik, toen ik twee uur later weer buiten stond te bedenken hoe ik die stoep in godesnaam weer af kwam, een dikke, witte fledder op mijn hoofd. Vogelpoep.

 

En straks rijdt ze nog een gigantische deuk in de auto

 

Ik keek omhoog. Niet naar de vogel, maar naar iets of iemand of alles daarboven. En opeens had ik het door. Ik was de hoofdpersoon in mijn eigen Truman Show, die speelfilm waarbij een heel mensenleven op camera wordt gevangen. Zonder dat de hoofdpersoon het door heeft. Ik kon ze bijna horen, de regisseurs van mijn leven:

 
‘Vogelpoep? Kunnen we dat wel maken joh, ze heeft net haar baby al laten vallen en een uur moeten wachten.’

 

‘Weet ik!’ (valse lach) ‘En straks rijdt ze nog een gigantische deuk in de auto.’

 

‘Maar dat is toch zielig!’

 

‘Welnee man. Over een week wint ze 1,6 miljoen in de loterij en in 2020 leert Ties dankzij een nieuwe Amerikaanse therapie weer lopen.’

 

‘O. Nou laten we er dan nog maar even van genieten. Wat geeft de duurste deuk denk je, dat linker- of dat rechterpaaltje?’

 

Door : Elise van der Velde

 

Elise van der Velde is freelance copywriter, schrijft een roman en probeert dit alles zo gracieus mogelijk te combineren met haar gezin van vijf. Geen huisdieren, dat moest er nog bijkomen.

 

witte-balk-met-bol-elise