‘Hebben wij weer, mam’

 

Toen Wieke accepteerde dat het niet haar ouders waren die onder grond liggen, maar slechts de jassen waarin ze gewoond hebben, durfde ze weer naar de begraafplaats.

 

Toen mijn ouders waren overleden, wilde ik nooit naar de begraafplaats. Wat ik kwijt was, zou ik er niet vinden. Het idee dat mijn sterke, originele ouders onder de grond lagen te vergaan vond ik onverdraaglijk. Tegenwoordig ga ik er toch heen als ik in Nederland ben. De gedachte dat het slechts de jassen zijn waarin ze hebben gewoond en niet mijn ouders, heb ik eindelijk toegelaten. Het is een mooie plek, waar je alleen kunt zijn met je gedachten. Ik loop de laantjes af, en passeer het graf van mijn opa en oma. Ik slofte graag op oma’s schoenen met hakken over de stoep en dat vond ik een echt ‘grotemensen’ geluid.

 

‘Wij gaan een bammetje doen, heeft u even rust’

 

Over geluiden gesproken… wat is dat voor klerekabaal? De tuinmannen zijn aan het zagen en versnipperen. Bij het graf van mijn ouders staat een mijmerbankje, maar ga eens zitten mijmeren met motorzagende kerels om je heen? Het moet gebeuren, weet ik ook wel, maar die monsterlijke apparaten doorklieven niet alleen de takken, ook mijn gedachten. ‘Hebben wij weer mam,’ spreek ik mijn zwijgende moeder toe, die net zo allergisch voor storende geluiden was als ik. Dan komt er een tractor aan denderen, met nog meer mannen en apparaten in de aanhanger en wat ik nooit van mezelf had verwacht: ik barst in huilen uit. Ze stoppen. ‘Is het allemaal zo naar vrouw?’ vragen ze. ‘Jaha!’ brul ik, ‘en jullie verpesten alles met dat kabaal!’ Ze kijken elkaar aan en dan zegt de bestuurder: ‘Wij gaan een bammetje doen, heeft u even rust.’

 

Ze houden woord. Ik snotter nog wat na. Wat een aanstellerij eigenlijk, terwijl mijn ouders er al zo lang niet meer zijn. Het is weer stil. ‘Dat heb ik mooi geregeld, mam, met mijn gejank,’ zeg ik hardop. Zucht. Ze zegt alweer niets terug. Nog één keer een rare grap van haar en dat mijn vader dan bast: ‘Mies, zoiets zég je niet!’ Ze zeggen allebei niets. Nooit meer. Maar ze hebben hun hele leven lang zoveel gezegd dat de moeite waard was, daar moet ik het mee doen.

 

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.