Le toko à table

 

Rendang, het koningsgerecht uit de Indonesische keuken. Deze Franse gasten weten niet wat ze meemaken…

 

Trop bon… trop bon… wordt er zachtjes en regelmatig gemompeld en de borden worden nog eens gevuld. De grote tafel is omringd door Franse vrienden en ik heb Indonesisch gekookt. Het eten wordt erg gewaardeerd, dat is een ding dat zeker is en dat is maar goed ook, want ik heb bijna drie dagen in de keuken gestaan.

 
We hadden er al vaak over gesproken, de Indonesische keuken is voor vrijwel elke Franse vrouw of man een onbekende. Vietnamese, Thaise, Chinese en Indiase restaurants kom je regelmatig tegen, maar een Indonesisch restaurant heb ik nog niet gezien in Frankrijk.

 

Indonesisch kook je niet voor vier personen

 

En zo was de afspraak ontstaan om een Indonesische maaltijd te bereiden voor een groot aantal vrienden, want zoiets maak je niet voor vier personen.

Voordat ik naar Frankrijk vertrok, was ik nog even bij een toko langsgegaan, de ingrediënten die ik nodig had zijn hier toch net iets makkelijker te vinden dan in Frankrijk. Zeker als het gaat om Indonesische ketjaps, de zoete en de zoute (manis en asin), en ik nam ook meteen een bos citroengras mee en galangawortel. En natuurlijk verschillende soorten kroepoek en emping. Nu is er in Valence een Chinese winkel waar ik goed terecht kan, maar ze hebben daar alleen maar die rechttoe-rechtaan-kroepoek en emping kennen ze niet. Ook nam ik een flinke hoeveelheid rode pepers mee, want gek genoeg zijn deze spaarzaam te vinden in het Franse land, behalve in de zomer… dat is het seizoen van de rode peper.

 

Babi ketjap, rendang, kare ajam, gado gado, sajoer boontjes, sambal goreng telor, sambal goreng oedang… De tafel is rijk gevuld en het huis ruikt verrukkelijk.

 

Bij het aperitief – Fransen gaan nooit direct aan tafel, eerst wordt er een aperitief gedronken – heb ik Indonesische gehaktballetjes, frisse komkommerreepjes en diverse soorten kroepoek en emping met pinda- en ketjapsaus. Hiervan wordt zo gretig gegeten, dat ik bang ben dat ze aan tafel niet veel meer zullen opscheppen, maar niets is minder waar.

 

Het is genieten!

 

Als toetje is er verse ananas en vervolgens koffie met gembersnoepjes en sesam-pindakoekjes en het digestief komt deze keer uit Nederland; kruidige Beerenburg van weduwe Joustra en die prachtige zeer oude genever van Zuidam.

 

Rendang

Wat volgt, is het recept van rendang, naar mijn gevoel wel het koningsgerecht uit de Indonesische keuken. Maak vooral een grote hoeveelheid, twee keer onderstaand recept bijvoorbeeld, want rendang laat zich goed invriezen. Ook is het handig om het een dag van tevoren te maken, dan kunnen de smaken extra goed intrekken.

 

Het gerecht krijgt de meeste smaak als je de ingrediënten fijnmaakt in een vijzel, maar dat is een enorm karwei. De keukenmachine is een handig hulpmiddel, zeker als je de pulsknop gebruikt, want dan wordt het mengsel niet te papperig. Of, en dit doe ik meestal, snijd en rasp alles zo fijn mogelijk, dan blijft het kruidenmengsel (dat wat ze boemboe noemen) wel iets grover, maar de smaken komen goed naar voren. Als je voor de keukenmachinemethode kiest, voeg dan liever niet de sjalotjes toe, maar snijd of rasp deze zo fijn mogelijk. De familie ui, waartoe ook de sjalot behoort, wordt bitter als ze worden fijngehakt in een dergelijke machine, en dat proef je helaas.

 

De meeste ingrediënten zijn bij de toko te koop en sommige ook bij de supermarkt. Maar voor verse geelwortel, galangawortel en limoenblaadjes zul je waarschijnlijk toch de toko moeten bezoeken.

Bij het schillen en in stukken snijden van geelwortel, deze is overigens ook bij de natuurvoedingswinkel verkrijgbaar, is het handig om plastic handschoenen aan te trekken, want de gele kleur blijft langdurig aan de handen zitten.

 

 
Dit heb je nodig

(voor 4-8 personen)

  • 3 sjalotjes
  • 2 teentjes knoflook
  • 3 cm gemberwortel
  • 2 cm verse geelwortel (koenjit)
  • 2 cm galangawortel (laos)
  • 3-5 rode pepers
  • 2 el gedroogde geraspte kokos
  • 3 kruidnagels
  • 3 el arachide- of zonnebloemolie
  • 2 tl gemalen korianderzaadjes
  • 1 tl gemalen komijnzaadjes
  • 500 g mager rundvlees (riblappen of sucadelappen), in blokjes
  • 1 stengel citroengras (sereh)
  • 3 limoenblaadjes (djeroek poeroet, diepvries)
  • 1 kaneelstokje
  • 1 tl tamarindepasta
  • zout
  • circa 5 1/2 dl kokosmelk

 
Zo maak je het

Schil de sjalotjes, knoflook, gemberwortel, geelwortel en galangawortel en snijd deze ingrediënten, en ook de rode pepers (verwijder eventueel de zaadjes om het gerecht minder scherp te maken), in stukken. Maak daarna de sjalot, knoflook, gemberwortel, geelwortel, galangawortel en rode peper fijn in een vijzel of keukenmachine (of snijd en rasp alles zo fijn mogelijk).

 

Rooster de gedroogde kokos onder regelmatig omscheppen goudgeel in een droge koekenpan en laat het op een bord afkoelen.

 

Wrijf de kruidnagels fijn in een vijzel.

 

Verhit de olie in een braadpan en bak hierin het fijngemaakte kruidenmengsel samen met kruidnagel, koriander, komijn en geroosterde kokos 6-10 minuten tot het mengsel droog is. Voeg het vlees toe en schep alles goed om.

 

Voeg citroengras, limoenblaadjes, kaneelstokje, tamarinde en wat zout toe en roer er 4 dl kokosmelk door. Laat het vlees circa 2 uur op laag vuur sudderen tot het zacht is.

 

Verwijder het kaneelstokje en roer er nog 1 1/2 dl kokosmelk door. Laat het vlees nog 30-45 minuten. zachtjes sudderen tot het vocht verdampt is en de olie zich gaat afscheiden. De rendang mag vrij droog zijn.

 

Serveer met witte rijst.

 

Eet smakelijk!

 

 

Marlies Batelaan is allround culi-expert. Ze woont parttime in de Drôme. Werkte als redacteur bij Tip Culinair en Libelle en schreef voor lifestylemagazines. Ze weet alles van koken, ingrediënten en koks.