De grote teen van een Kluivert

 

Roos is groot Ajax-fan. Net als haar zoontje. Ze zijn klaar voor de wedstrijd van vanavond.

 

Ik gun het hem zo.

 

Al wekenlang gonst het in zijn voetbalteam. Wie mag er volgend jaar door naar het eerste elftal voor jongetjes van acht? Wie valt er af?

 

Vorig jaar kregen we de spanning totaal niet mee. Hij zat er opeens bij. De één. Ik had me nooit zo verdiept in de kneiterharde hiërarchie op de voetbalclub.

 

Maar in de loop van het jaar werd het menens. Urenlang oefende hij zijn trucjes. Alleen op verlaten voetbalvelden, in de badkamer (‘Pas op voor die shampooflesjes!’), op het schoolplein, tijdens de training. Ik nam hem mee naar Ajax in de Arena en zag de wedstrijden via zijn gezicht. Hij keek thuis op YouTube urenlang naar filmpjes van zijn grote helden. Cruyff. Messi. Neymar. En als hij niet kon slapen, vertelde ik hem over 24 mei 1995. Hoe Ajax de Champions League Finale speelde. En won. Dankzij de grote teen van Patrick Kluivert. En hoe mama had gehuild van geluk.

 

‘Patrick Kluivert? Is dat de papa van?’ Ja, jongen, dat is de papa van Justin.

 

Gisteren kwam hij stuiterend thuis. Het is hem gelukt. De geschiedenis van vorig jaar is herhaald. Hij zit opnieuw in de één. Natuurlijk hadden we hem ook enorm gefeliciteerd als het de twee was geworden, of de drie. In onze ogen is hij altijd fantastisch. Maar hij maakte een persoonlijke droom waar.

 

De geschiedenis herhaalt zich keer op keer. Vaak mopperen we dat we er niets van leren en helaas is dat ook zo. Maar mag vanavond 1995 zich herhalen? Mogen we opnieuw juichen van geluk door de grote teen van een Kluivert?

 

En mag ik, als ik het gelukzalige gezicht zie van dat kleine jongetje met enorme dromen, voor de zoveelste keer een heel klein traantje wegpinken?

 

 

Van tafeldame bij ‘De Wereld Draait Door’ tot deelnemer aan ‘Wie is de mol?’ Van columnist in het Parool tot het toneelstuk ‘Ajax mijn club’. Veelzijdiger dan journalist/schrijfster Roos Schlikker bestaat niet.

Fotografie: Brenda van Leeuwen