Heerlijk bij de rendang!

 

Marlies: Kan ik dit wel doen, terugkomen op de rendang van vorige week? Ik twijfelde even, want elke week schrijf ik over een ander onderwerp… maar deze keer wil ik hierop graag een aanvulling geven, want alleen rendang is ook zo kaal.

 

Als je bij die rendang nu eens twee gerechtjes maakt, dan kun je familie of vrienden een ieniemienie-Indonesische rijsttafel serveren.

 

Als aanvulling kies ik voor babi ketjap en sajoer boontjes; dan combineer je groenten met een rundvlees- en een varkensvleesgerecht, een lekkere combinatie.

 

 

 

Het loont de moeite om meteen een dubbele hoeveelheid babi ketjap te maken; je bent toch bezig en de volgende dag zijn de smaken ingetrokken en is het nog lekkerder. Wil je het niet twee dagen achter elkaar eten, dan is de diepvriezer een oplossing.
Procureurlappen zijn ontbeende schouderkarbonades die heel geschikt zijn voor babi ketjap. Het vlees kan tegen een stootje en blijft na de bereiding lekker sappig.
Je kunt zelf bepalen hoe heet je het gerecht wilt maken door minder of meer pepers toe te voegen en de zaadjes in de pepers wel of niet te verwijderen.

 

Babi ketjap
(varkensvlees in ketjapsaus)

 
Dit heb je nodig

(voor 4-8 personen)

  • 6 sjalotjes
  • 2-3 teentjes knoflook
  • 3-6 rode pepers (of 1-3 tl sambal oelek)
  • 2-3 el arachide- of zonnebloemolie
  • 500 g varkensvlees (procureur)
  • 4 dunne plakjes geschilde gemberwortel
  • 3 el zoete sojasaus (ketjap manis)
  • 4 el donkere sojasaus (ketjap asin)
  • zout
  • citroensap

 

Zo maak je het
Snijd de sjalotjes fijn. Pers de knoflookteentjes of snijd ze heel fijn. Snijd de rode pepers fijn, verwijder eventueel eerst (een deel van) de zaadjes als je het gerecht niet te heet wilt maken.

 

Verhit de olie en bak hierin de sjalot en knoflook circa 10 minuten. Voeg het in stukjes gesneden vlees toe en bak dat 5-6 minuten mee tot het enigszins bruin is. Roer er de gemberwortel, rode pepers en beide sojasauzen door en stoof het gerecht circa 50 minuten tot het vocht iets is ingedikt, het mengsel mag wel vrij ‘droog’ worden.
Voeg eventueel een beetje water toe als het gerecht dreigt aan te bakken. Breng op smaak met zout en citroensap.

Voor de sajoer kun je sperzieboontjes of in stukjes gesneden snijbonen gebruiken. Maar ook bloemkool of broccoli is heel geschikt, of verschillende soorten groentes. Pas dan wel de kooktijd aan, zodat de groentes lekker beetgaar worden.

 

Sajoer boontjes wordt vaak als onderdeel van een rijsttafel geserveerd, maar het kan ook als een op zichzelf staand vegetarisch groentegerecht worden gegeten, samen met noedels of rijst. Salamblaadjes koop je bij de toko, evenals de limoenblaadjes en galangawortel.

 

Sajoer boontjes

 
Dit heb je nodig

(voor 4-6 personen)

  • 800 g dunne sperziebonen (of snijbonen)
  • 5 sjalotjes
  • 2 teentjes knoflook
  • 1-2 rode pepers
  • 1 tl gemalen geelwortel (koenjit)
  • 1 tl gemalen koriander (ketoembar)
  • 2 el arachide- of zonnebloemolie
  • 3 blaadjes salam
  • 2 limoenblaadjes (djeroek poeroet)
  • 4 dunne schijfjes geschilde galangawortel (laos)
  • 4-5 dl kokosmelk
  • zout

 

Zo maak je het
Maak de sperziebonen of snijbonen schoon, halveer de sperziebonen eventueel of snijd de snijbonen in stukken.
Snijd de sjalotjes, knoflook en rode peper heel fijn of maak ze fijn in een vijzel of keukenmachine.
Bak dit sjalottenmengsel samen met de gemalen geelwortel en koriander circa 5 minuten in de hete olie. Voeg de salam- en limoenblaadjes, galangawortel en kokosmelk toe en verwarm circa 6 minuten. Voeg dan de bonen en wat zout toe en kook het mengsel 6-10 minuten op zacht vuur tot de bonen gaar zijn.

 

Serveer er geurige basmatirijst bij.

 

Geniet ervan!

 

Marlies Batelaan is allround culi-expert. Ze woont parttime in de Drôme. Werkte als redacteur bij Tip Culinair en Libelle en schreef voor lifestylemagazines. Ze weet alles van koken, ingrediënten en koks.