Een ongeplande ontmoeting

 

May is met haar gezin onderweg in Italië, op zoek naar vakantieavontuur. Dan roept Flo opeens: ‘Paarden!’ Is het hotel daarnaast dan misschien een fijn adres? 

 

Italië. Vakantie. Als je kind uit de maat danst, is vakantie een lastig iets. Wat vindt ze leuk? Waar hebben mensen geen last van haar? Is het, gezien haar autistische aard, goed om op één plek te blijven zodat ze die als thuis gaat zien? Of springen we liever van avontuur naar avontuur zodat ze geen tijd heeft om thuis te missen. En haar knuffels.

 

Een camping is geen optie. Alles is zo gehorig. Stel je voor dat je in je tentje ligt en naast je een meisje 27 keer de scène van de beer die achterna gezeten wordt door de leeuw bij de Teletubbies naast je hoort. In zes talen. Word je niet vrolijk van. Gelukkig ben ik ook niet echt het kampeertype dus optie A vinken we vrolijk af.

 

Na heel veel zondagnamiddagen met wijn en open haard kiezen lief en ik Italië. Ons geliefde Puglia om precies te zijn. Eerst maar eens een weekje in hotel Vittoria. Een heel eenvoudig maar o zo warm familiehotel. Twee, best goed gelukte, neefjes in de bediening, opa achter de receptie en moeder Vittoria zelf op het doorgesleten leren bankstel dat in de hal staat. Voor haar wankelt haar kleindochter van vijftien maanden rond een berg plastic speelgoed. En onze Flo. Eigenlijk te oud voor deze kost maar ze vermaakt zich uitstekend met de fluffy diertjes en Disney-poppetjes. Tweede hobby is keten in de lift. Die gaat maar tot de tweede verdieping, maar toch. Op en neer, op en neer. Vittoria vindt het allemaal prima.

 

Na een week lonkt het avontuur. We gaan verder volgens ons motto ‘dove ci porta il vento’ zoals de Italianen zeggen. Waar de wind ons brengt. We rijden en rijden. In mijn linkerhand mijn mobiel, in mijn rechterhand een gids met de mooiste masseria’s om in te slapen.

 

De meisjes zijn allerzoetst, maar ze moeten uitrazen. Zo’n dag in de auto kunnen ze heus aan, maar er moet wel iets tegenover staan. ‘Ik zie paarden! Paarden!’ roept Flo ineens. Paarden is een groot woord voor het petite Shetlandertje dat ik onder een rozenstruik naar ons zie gluren, maar ik zie een weiland, een speelplaats en een enorm en beeldschoon hotel. Maar dan ook enorm. ‘Deze maar doen?’ vraagt mijn lief. Terwijl ik knik, zie ik op een bordje dat de helikopterplaats linksaf is. Dit is een gevalletje duur. Behoorlijk duur.

 

Geliefde, die altijd de goede dingen op de juiste momenten zegt, leest mijn gedachten en zegt dingen als ‘we hebben toch hard gewerkt’, ‘je hebt het verdiend’ en ‘het verblijf in hotel Vittoria was krankzinnig goedkoop’ en ‘we hoeven hier toch geen week te blijven’, loopt naar binnen om te informeren of er überhaupt een kamertje vrij is en komt vijf minuten later met twee duimen in de lucht naar buiten.

 

Lunchen doen we onder de luifel. Met uitzicht op de speeltoestellen zodat ik kleine Flo een beetje in de smiezen kan houden. Ze heeft soms zo haar eigen ideeën over wat leuk is om te doen met andere kinderen. Omduwen of zo. Er komen al twee Italiaanse jongetjes naar me toe. Ze nemen het op voor hun kleine zusje die net door Flo is omgeduwd. Ik probeer uit te leggen wat er aan schort bij ons meisje. En dat ze het niet zo kwaad bedoelt, dat ook. Straks toch maar eens opzoeken hoe je ‘autistisch’ zegt in het Italiaans.

 

Het is ochtend. Vandaag blijven we de hele dag aan het zwembad. Dat is zo groot dat zelfs Pieter van den Hoogenband er na tien baantjes moe van zou worden. Bovendien heeft het zwembad een verloop. Het heeft een vloedlijn zoals de zee waarbij het ondiepe heel langzaam verglijdt in het diepe. Flo wentelt zich in de zon en gaat heel voorzichtig steeds een beetje dieper het water in. Hier vermaken we ons voorlopig wel even.

 

Mensen komen hier voor hun rust. Ai

 

Liefde heeft koffie gehaald. Of we wel wisten dat dit hotel een relais is, had de poolboy hem net gevraagd. Dat betekent dat je tussen 14.00 en 17.00 uur ’s middags weliswaar mag zwemmen, maar geen geluid mag maken. Mensen komen hier voor hun rust. Ai.

 

Ik kijk naar de overkant van het bad. Ik zie een viertal dat op leeftijd is, maar met een plezier en levenslust die alleen Italianen lijken te bezitten. Een van de vrouwen kan niet lopen en werd vanochtend door de poolboy in het zwembad getild. Ze komen hier vaker. En al vele jaren. Dat zie je aan alles. De vrouwen zijn Italiaans chic met alles erop en eraan. Badpak van Eres, haar gedaan en lekker veel juwelen. Al is het midden op de dag.

 

Flo beweegt langzaam hun richting op. En zingt. Steeds een tikje harder. Ik kijk op mijn horloge. Het is weliswaar nog lang geen twee uur, maar ik kan me zo voorstellen dat die mensen hier komen voor hun rust. En goede gesprekken. Ik waad door het water richting het viertal. ‘Mi scusate’, begin ik in mijn beste Italiaans, ‘se lei vi da fastidio, mi dite.’ Of ze het me vooral willen zeggen als ze zich storen aan mijn dochter. ‘Lei e autistica.’ Ik heb het inmiddels even opgezocht.

 

‘Ma dai!’ zegt een van de dames. Ze blijkt kinderpsychiater in ruste, heeft ons meisje al twee uur gadegeslagen en zag wel dat er iets bijzonders was, maar deze diagnose had ze niet gesteld.

 

Toch is het zo, zeg ik. Autistisch met een licht verstandelijke beperking. Al zie je niets aan haar, het is erg moeilijk om regels met haar te delen en haar dingen bij te brengen. Alles gaat gewoon ontzettend langzaam maar ineens kan ze het dan toch. Ineens was ze zindelijk. Weliswaar op haar bijna vierde, maar toch. Ineens was ze het. Helemaal. Ineens kon ze fietsen zonder zijwieltjes. Nooit geoefend en ineens fietste ze weg.

 

‘Wat jij moet doen,’ zegt de vrouw, ‘is een kundig persoon zoeken die je haar hele leven met haar zult bezoeken. Je eigen vertrouwenspersoon, los van de school en de huisarts.’ We kijken allebei naar het mooie meisje in het water. Haar olijfkleurige huid, haar donkere, licht krullende haar en ogen zo trouw en lief dat je jezelf erin verliest. ‘Dit meisje…’ ze laat een stilte vallen. ‘Dit meisje zal jullie nog eens heel erg doen verbazen.’

 

Ik bijt op mijn onderlip om mijn opkomende traan te stoppen en dank de Italiaanse wind. Dat die ons juist vandaag juist hiernaartoe heeft geblazen.

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach