‘Like jij mij, dan like ik jou

 

Na een ritje met een taxiservice vraagt Margreet zich af: Hoe ver zijn we verwijderd van de sterrenmaatschappij, waarin je op een slechte dag je hele reputatie naar de gallemiezen kunt helpen?

 

Vorige week reisde ik voor het eerst met taxiservice Uber. Ik babbelde gezellig met de leuke chauffeur en toen hij me afzette zei hij: ‘Je krijgt van mij vijf sterren.’ Ik antwoordde schalks: ‘Nou, jij van mij ook!’ Het kwartje viel pas toen ik de Uber-app opende en ik werd gevraagd de chauffeur te beoordelen door sterren aan te klikken. Niks onverwachte flirt, maar een berekenende ‘like jij mij, dan like ik jou’. Het voelde op z’n zachts gezegd wat vreemd. Dwingend ook.

 

Natuurlijk heb ik de afgelopen jaren niet onder een steen gelegen en heb ik sterren uitgedeeld op restaurant- en hotel-sites. Uiteraard heb ik foto’s, filmpjes en artikelen geliked. Verder heb ik braaf vele enquêtes ingevuld van leveranciers van diensten en producten. Maar dit ‘ik zeg dat jij lief bent als jij zegt dat ik lief ben’ had ik nog niet aan den lijve ondervonden. Het bezorgde me gemengde gevoelens.

 

Kwam misschien omdat ik de week ervoor net een aflevering van ‘Black Mirror’ had gezien. Dit is een confronterende, minder futuristische dan je zou willen, Netflix-serie waarin dilemma’s rond ‘online’ en privacy haarscherp worden weergegeven. In een van de afleveringen speelt het ‘elkaar beoordelen’ een cruciale rol. Als je niet minimaal een 4.6 bent, kun je het wel vergeten in de maatschappij. Je wordt niet alleen beoordeeld door je taxichauffeur, maar ook door de caissière, collega’s en eigenlijk iedereen die je tegenkomt. En al die scores zijn openbaar, dus je kunt je geen enkele misstap permitteren. Het gebaar waarmee dat gebeurt is hetzelfde als bij m’n taxichauffeur: op je telefoon sterren aanklikken.

 

 

Als je niet minimaal een 4.6 bent, kun je het wel vergeten in de maatschappij

 

Met dat idee in m’n achterhoofd werd ik wat onrustig van die Uber-sterren. Want als de taxichauffeur me publiekelijk beoordeelt, hoe ver zijn we dan nog verwijderd van een be-(of erger ver-)oordeling door de caissière van de supermarkt, de baliemedewerker van de bieb of de buurvrouw? Om maar niet te denken aan het oordeel van de scheids bij een wedstrijd waar je als ouder iets te luidruchtig je kind staat te aan te moedigen of die barman die na dat laatste drankje je iets minder goeie kant krijgt te zien… Hoe ver zijn we verwijderd van de sterrenmaatschappij, waarin je op een slechte dag je hele reputatie naar de gallemiezen kunt helpen?

 

De nacht na mijn taxirit had ik onrustige dromen met situaties waarin ik jammerlijk faalde en een rapport vol onvoldoendes kreeg… 

Gek genoeg waren die verontrustende beelden dezelfde die me de volgende ochtend geruststelden. Want wie van mijn dierbaren had me ooit afgewezen vanwege een slecht rapport?! Welke échte vrienden zouden me de rug toekeren als de rest van de wereld me beoordeelde met geen of één ster?!

 

Natuurlijk, een hele buitenschil van kennissen en vage vrienden zou afvallen. Maar is dat niet wat er nu ook gebeurt als je in een andere werkkring, woonplaats of levensfase belandt?!

 

Uiteindelijk geloof ik dat ware vriendschap geen kwestie is van ‘like jij mij dan like ik jou’, laat staan dat er wordt gekeken hoe goed je het (maatschappelijk) doet. Ware vriendschap ervaar je met je hart.

 

Margreet Botter woont met man en zoon in het midden van Nederland. Ze werkte jaren bij Libelle, waar Franska haar baas was. In de loop der jaren bloeide er een voorzichtige vriendschap tussen de twee, die zich nog steeds aan het ontwikkelen is.

Fotografie portret: Esmée Franken. Visagie: Charlotte van Gulik, Haar: Isabella Greuter