Hoe laat is het?

 

Tegenwoordig zijn we in de ban van controle. Lisette heeft hierover nagedacht en kwam tot een conclusie: weg met de tijd!

 

 

Laatst rende ik op mijn dagelijkse joggingrondje langs twee keuvelende vrouwen. De een zei tegen de ander: ‘Ik heb al jarenlang geen horloge meer.’ Daar dacht ik al joggend een tijdje over na. Mensen kijken op hun telefoon, was mijn eerste gedachte. Ik draag wel een horloge, maar dat is omdat ik mijn telefoon niet in mijn zak heb. Die ligt altijd ergens; ik moet er meestal naartoe rennen en ik heb weleens gedacht: o daarom noemen ze het een mobiel, hij houdt me mobiel!

 

Horloges worden intussen steeds groter. Ik draag het horloge van mijn grootvader, een Patek Philippe van honderd jaar oud – toen een stoer mannenhorloge, nu prima voor mijn damesarm. Mannen hebben tegenwoordig enorme apparaten om hun behaarde bruinverbrande polsen, vaak met verschillende wijzerplaten en radartjes, alsof ze er een vliegtuigje mee moeten besturen. Ik denk dat ze daarmee willen uitstralen: ik heb alles onder controle.

 

De tijd in de gaten houden heeft met controle te maken. Mijn moeder was er kampioen in. Ooit kwam ik samen met mijn zus, we waren rond de twintig en woonden pas kort op kamers, een voordeur uit. Tegelijkertijd, alsof we in een strakke choreografie zaten, strekten we onze linkerarm uit en keken we op onze horloges. We moesten erom lachen, want dit was haar ten voeten uit: ‘Nou. Het is nu 9 uur. Om half 10 zijn we er. Dan blijven we een uur en zijn we om 11 uur terug.’ Controlfreak ten top. Je neemt zoiets van je moeder over zonder dat je er erg in hebt.

 

Voor Winnie de Poeh is het altijd tijd voor een hapje van het een of ander

 
Dan besef je op een dag dat het tijd wordt om de controle los te laten. Nou ja, losser, in elk geval. Want we willen geen controlfreaks zijn. Toch? Ik ken al twee mensen die een horloge om hun pols hebben waarop alleen maar staat: NOW. Je hebt ze ook met de tekst: Now is a good time. Waarvoor, denk je dan. Voor Winnie de Poeh is het altijd tijd voor een hapje van het een of ander – prima opvatting. Nog een stap verder ging de Franse dichter Baudelaire. Vraag hoe laat het is aan wat dan ook, schreef hij, aan de wind, de golf, de ster, de klok, en ze zullen allemaal antwoorden: het is tijd om dronken te worden. Om geen slaaf te worden van de tijd…

Mooi. Diep. Maar ik mag van mezelf pas om 17.00 uur aan de borrel.

 

 

Lisette Thooft noemt zichzelf ‘lijf- en schrijfcoach’. Ze schrijft al jaren voor vrouwenbladen en spirituele tijdschriften en is auteur van 17 boeken over persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast is ze singer-songwriter, in opleiding tot rebalancer, moeder en grootmoeder.

witte-balk-met-bol-lisette