Hobbezak

 

Waarom laten we ons massaal in kledingstukken dwingen, waarvan je, met een beetje vrije wil en gezond verstand weet dat je er niet aan zou moeten beginnen? Margreet vraagt het zich vertwijfeld af en komt met een waarschuwing!

 

Spijt is een zinloze emotie, maar met terugwerkende kracht heb ik het als ik puberfoto’s van mezelf zie, verpakt in laagjes oversized kleding die – vind ik nu – veel te bedekkend waren voor het ontluikende, mooie, slanke vrouwenlijf waarin ik bivakkeerde. Schoudervulling en slobbertruien waren in mijn jeugd de mode en daar deed je dus aan mee. Niet dat ik daar volgens mij heel bewust over nadacht, maar er was voor dat groeiende lijf gewoon niks anders te koop dan dat wat er in de mode was. Zoals iedere puber op zoek naar een eigen identiteit zonder al te veel uit de toon te vallen, was ik een gewillig slachtoffer van de catwalk. Ik was niet zo met mode bezig, pikte eruit wat voor mij werkte, en wat er te koop was.

 

Dat was dus geen skinny jeans. Kom op zeg! We hadden net de seventies met de ballenknijpers en wijde pijpen gehad. Het mocht allemaal wel wat losser zitten! En dus zag iedere zestienjarige eruit als een agressieve ijshockeyspeler of Oost-Europese discuswerpster op een recept van anabolen.

 

Wie wil er lijken op een Oost-Europese discuswerpster op een recept van anabolen?

 

Toen ik – alweer best een aantal jaren geleden – van de mode alsnog de kans kreeg een skinny jeans te dragen, kocht ik er meteen drie, veel te bang dat ze te snel weer uit het modebeeld zouden verdwijnen en ik me weer in hobbezakken moest hullen. 

 

M’n lijf was inmiddels niet meer zo strak als destijds toen ik zestien was, maar ik vond dat zo’n krappe spijkerbroek nog best kon. Dit in tegenstelling tot de naveltrui en de bilspleetbroek waarbij ik vanaf het begin dacht: Doe! Het! Niet!

 

Dat laatste denk ik, als ik erbij stilsta, bij modetrends eigenlijk best vaak. WAAROM?! Waarom laten we ons massaal in kledingstukken dwingen, waarvan je, met een beetje vrije wil en gezond verstand weet dat je er niet aan zou moeten beginnen. Enkele voorbeelden:

 

De hobbezak (het heeft een verleidelijker naam, maar die is me ontschoten), zo’n kort jurkje, wijd rond de heupen, waarvan de verkoopster in de winkel zegt dat het ‘gunstig valt’ bij appel- en peervormige vrouwen, terwijl echt iedere vrouw er in het gunstigste geval een enorme Opperdoezer van wordt en in het ongunstige geval een Michelin-vrouwtje. Leert elke modejuf je juist niet dat je je goede kanten accentueert? Nou dan!

 

De spijkerbroek met kapotgeknipte knieën. Blote(!) knieën! Wat voor sardonische modeontwerper moet je zijn om een lijn te ontwerpen waarbij het lelijkste lichaamsonderdeel wordt blootgelegd?! Ik bedoel: wiens partner heeft ooit gezegd: ‘Ik werd verliefd op je vanwege je knieën’? 

Welk loflied op de knie ken je? Bovendien, waarom deze nuttige lichaamsdelen prijsgeven aan weer en wind?

 

Doorzichtige shirts/tops/blouses… Ik ben er zelf met open ogen ingetuimeld: zo’n doorzichtige blouse, waaronder je dan een top moet dragen, maar die je dus nooit aandoet, omdat een top en een blouse te warm zijn. Of te koud.

 

Nude… Dat de modellen op de catwalk in hun nudekleurige kleding waren geschminkt als heroïnejunks in het laatste stadium hád een waarschuwing kunnen zijn, maar nee hoor, we lieten ons massaal in het ‘bloot’ hijsen.

 

Ik zeg niet dat we allemaal naar de tweedehands kledingwinkel moeten. Ook zeg ik niet dat mode iets verwerpelijks is. En al helemaal niet dat je er niet aan mee moet doen (want hóe dan?!). Wat ik wel zeg: trek je er alleen wat van aan als je het leuk vindt en bij je vindt passen. En laat je er vooral niet inpraten. Want echt hè, dit las ik op een modeblog: De mode wordt wat breder en wijder bij de mouwen en de schouders. 

 

Ik begin er niet aan. En bij deze bent u ook gewaarschuwd! Denk aan die Oost-Europese discuswerpster!

 

  

Margreet Botter woont met man en zoon in het midden van Nederland. Ze is al een leven lang bezig zichzelf en de wereld een beetje beter te begrijpen en deelt de lessen die ze opdoet graag met anderen. Al was het alleen om soms te toetsen dat ze niet helemaal gek is…

Fotografie portret: Esmée Franken. Visagie: Charlotte van Gulik, Haar: Isabella Greuter