Geen grappen

 

Sommige mensen hebben geen humor, anderen zijn beesten…

 

 

 

‘Mevrouw Biesheuvel’, zei de tuinman die wij vroeger thuis hadden: ‘Ik hou meer van dieren dan van mensen.’ ‘Je wordt bedankt’, antwoordde mijn moeder toen, ‘en je bent ontslagen.’ Dat was een grapje, maar hij schrok zich wild en ging verhaal halen bij mijn vader. Zou mijn moeder het gemeend hebben, dan had de tuinman een sterk punt gehad. ‘Die man heeft geen humor’, klaagde ze bij mijn vader. ‘Dat is niet nodig om een tuin winterklaar te maken’, vond hij, pragmatisch als hij was.

Maar de uitspraak van Feestneus, zoals mijn moeder hem noemde, hielden wij erin. Feestneus had dan wel geen humor, we hebben veel lachbuien aan zijn zinnetje te danken gehad. Hield de dominee een bulderpreek over hardnekkig zondigende mensen die niet wilden deugen, dan hoefden mijn moeder en ik elkaar maar aan te stoten en hetzelfde te fluisteren: ‘Hij houdt meer van dieren dan van mensen!’ of we stikten er bijna in en dat hoorde niet in de kerk van toen.

 

Er kwam een kolonne olifanten aankuieren, eentje met een halve slurf

 

Vorige week, ruim een halve eeuw later, dacht ik terug aan Feestneus en z’n ‘ik hou meer van dieren dan van mensen’. Wij reden op eigen houtje rond in het paradijs. Dat ligt – wat mij betreft – in South Luangwa, het mooiste wildpark van heel Afrika. In de verte kwam er een kolonne olifanten aankuieren. Motor uit en wachten, want ze zouden vlak langs ons komen, schatten we in. In het midden liep er eentje met een halve slurf. Het werk van een stroper. Het dier had zich kennelijk los weten te rukken uit de val. Maar daar loop je dan als olifant, gehandicapt voor de rest van je leven. Je slurf is je neus, je tastorgaan, je bestek, je schep, en nog veel meer. Dat het beest nog leeft is een wonder. Modder en zand over jezelf heen gooien, blaadjes en takken plukken, gras uit de grond trekken, je collega’s een speels duwtje geven, je baby kussen of een potje trompetteren, probeer dat maar eens met een halve slurf. Dat is bepaald geen feestneus meer. Waar mogelijk, helpen olifanten uit de kudde zo’n verminkt dier. Van een mens, zijn vijand met stip op één, moet hij het niet hebben.

Dieren kunnen vaak niet op mensen rekenen. Dat maakt ze zo kwetsbaar en postuum gaf ik Feestneus al het gelijk van de wereld.

 

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.