Met handen en voeten
(& een rode kop)

 

Of Eugenie nu in recordtijd alle schepen achter zich verbrandt en met haar gezin naar Mexico-City emigreert waar ze huisvrouw met chauffeur wordt, of in Nederland voor een armlastige kinderhulporganisatie werkt en met haar geliefde el señor een boutique-hotel runt: saai is het zelden!

 

 

‘Buenos días!’ begroet ik mijn Spaanse maestra joviaal. Ik volg een efficiënte thuiscursus. Want je krijgt hier niet alleen het lesboek, maar ook de juf erbij. Gabriela heet ze. Naast lerares is ze tevens mijn coach. Ze leert me alles wat een vrouw moet weten om in Mexico-City te overleven. Als ik bijvoorbeeld naar de kapper moet, weet zij welke ik moet bezoeken en helpt ze mij in het Spaans mijn toekomstige kapsel te beschrijven. Ze blijft ook rustig als ik een andere fout maak. Ik had bijvoorbeeld niet moeten suggereren dat ze tegelijkertijd Maria Engels kon leren. Dat schijnt wegens klassenverschil een enorme belediging te zijn. Jammer, want het had de gebrekkige communicatie in dit huishouden met sprongen vooruit kunnen helpen. Nu treedt Cees meestal op als tolk, doorgaans zonder het gewenste effect.

 

Ik heb ook de indruk dat Gabriela echt geïnteresseerd is in mij. Al kan dat zijn omdat ik niet goed het onderscheid weet te maken tussen een lesvraag en een privé-vraag. Zo vraagt ze altijd wat ik gegeten heb ’s ochtends, waarbij het haar waarschijnlijk gaat om de grammaticale kunsten van mijn antwoord. Maar ik wil dat ze weet dat ik alleen in geval van nood Smac bak en dat met mayonaise tussen een wit broodje doe.

 

Gisteren had ik Gabriela dringend nodig voor wat effectieve communicatie in de apotheek. Aangezien mij aan alle kanten een ‘grande familia’ wordt aangeraden – hier word je niet afgerekend op opleiding en werkervaring, maar op gezinsgrootte – is het tijd voor numero dos. Snel als mijn brein soms kan werken, kwam ik daar in een mum van tijd in dit kindvriendelijke paradijs achter. Mijn eigen kindvriendelijkheid gaat ook met sprongen vooruit, dus over negen maanden ben ik zeker zen genoeg voor een tweede.

 

Zachtjes prevel ik ‘predictor’, maar haar gezicht blijft uitdrukkingsloos

 

Na één welgemikt s(c)hot van El Señor – eerdere ervaring leert dat dat goed is voor prachtig nageslacht – spoedde ik mij naar de dichtstbijzijnde supermarkt waar op het drukste punt bij de kassa’s tevens een farmacia gehuisvest is. In mijn amper bestaande Spaans trachtte ik een zwangerschapstest aan te schaffen. 

 

Zachtjes prevelde ik ‘predictor’ tegen het vrouwspersoon tegenover mij, hetgeen slechts een uitdrukkingsloos gelaat opriep.
Ik zette opnieuw in, nu wat harder: ‘Predictor?’
Er gebeurde iets bij mijn gesprekspartner, ze trok ditmaal een nogal domme uitdrukking uit haar arsenaal.
Ik probeerde het wat meer met Spaanse tongval: ‘Predictoro?’
Nada.
Uitermate doelbewust, dus compleet voorbijgaand aan enige vorm van schaamte, riep ik: ‘Bèbe si, bèbe no?’ en wreef daarbij dramatisch over mijn niet bestaande buik.

 

Het gelaat klaarde helemaal op. Het mijne helemaal rojo toen tot me doordrong wat ik had gedaan, maar ik kreeg wat ik wilde: een Clear Blue-test. Test mee naar huis, natuurlijk niet zwanger, maar me wel in een klap in de kijker weten te spelen bij de plaatselijke supermarkt.

 

  

Eugenie van Stratum is communicatiemanager. Moeder en echtgenote. Ze leest en schrijft. Eet en drinkt (niet altijd in gepaste hoeveelheden). Doet aan pilates. Bezwijkt regelmatig voor ongecontroleerde actie.

Portretfoto: Natalie Leeuwenberg

witte-balk-met-bol-eugenie