Dag lieve Bob, het ga je goed!

 

Of Eugenie nu in recordtijd alle schepen achter zich verbrandt en met haar gezin naar Mexico City emigreert waar ze huisvrouw met chauffeur wordt, of in Nederland voor een armlastige kinderhulporganisatie werkt en met haar geliefde el señor een boutique hotel runt: saai is het zelden!

 

We zitten samen voorin. Mijn auto – die binnenkort niet meer van mij zal zijn – heeft geen achterbank. We rijden naar Rotterdam. Terug naar jouw geboortestad. Ik zit zachtjes te huilen. Leg mijn hand op jouw schouder. We zullen straks voor altijd afscheid moeten nemen. Jij gaat namelijk ergens anders wonen. Ik ook trouwens. Jij gaat naar een mooi groot huis met enorme tuin grenzend aan een bos. In die buurt zag je ook het levenslicht. Dat vind ik er wel mooi aan. Ik ga naar een appartement. In een hele grote stad. Dertien uur vliegen van jou verwijderd. Ik ga je enorm missen.

 

Te snel naar mijn zin zijn we er al. Ik had wel dagenlang zo met jou willen rondrijden. Weet je nog? Net als in de zomer. Met de kap er af, onze hoofden in de wind. Maar dat kan niet. Ik moet nog zo veel regelen. Jij stapt met vragende ogen uit. Ik sus geruststellend dat het goed is zo. En pak jouw spullen uit de kofferbak. Samen lopen we het pad op naar de voordeur. We bellen aan. Jouw nieuwe vriendin doet open. Ze is wat ouder dan ik. Ik schat haar eind zestig. Ze klonk erg aardig aan de telefoon.

 

In de kamer zit een vriendelijke, hoogbejaarde man

 

Het huis ademt die typische jaren zeventig sfeer. Sindsdien is er aan het interieur duidelijk weinig veranderd. Maar dat maakt jou niks uit. Het gaat om de mensen die er wonen. In de kamer zit een vriendelijke, hoogbejaarde man. Jij gaat direct naar hem toe en begroet hem enthousiast. Zoals je dat zo goed kunt. Daarna besluit je het hele huis te verkennen. Terwijl ik de thee opdrink, hoor ik je naar boven lopen. Ook de keuken wordt aan een grondige inspectie onderworpen. Terecht, want daar zit je altijd graag. Ik glimlach. In de eetkamer tikt een klok. Er komt zelfs een vogeltje uit. Ik voel dat het goed zit. Jij gaat hier wat leven in de brouwerij brengen. De boel een beetje opfleuren. De nieuwe baasjes zullen heel goed voor je zorgen. Dat weet ik zeker.

 

De klok tikt verder. Het is tijd om te gaan. Ik knuffel je uitgebreid. Dan loop ik door de voordeur naar buiten. Met tranen in mijn ogen. Ik zwaai nog een laatste keer. Jij kwispelt terug. Liefste Bob, het ga je goed.

 

  

Eugenie van Stratum is communicatiemanager. Moeder en echtgenote. Ze leest en schrijft. Eet en drinkt (niet altijd in gepaste hoeveelheden). Doet aan pilates. Bezwijkt regelmatig voor ongecontroleerde actie.

Portretfoto: Natalie Leeuwenberg

witte-balk-met-bol-eugenie