Waar blijft oma toch?

 

Of Eugenie nu in recordtijd alle schepen achter zich verbrandt en met haar gezin naar Mexico City emigreert waar ze huisvrouw met chauffeur wordt, of in Nederland voor een armlastige kinderhulporganisatie werkt en met haar geliefde el señor een boutique hotel runt: saai is het zelden!

 

Trappelend van ongeduld staat Cees naast me in de aankomsthal. Feliciano staat een stukje achter ons en maakt speurende bewegingen. Alsof hij oma Joke zo hup uit de mensenmassa zou kunnen pikken. Wie weet lukt dat nog ook. Het zou fijn zijn, want we staan inmiddels ruim anderhalf uur te wachten. Ik heb El Señor al een paar keer gebeld, maar hij heeft nog niks van oma Joke gehoord. Ik heb het ondertussen heel even gewaagd van mijn plek af te gaan, want Cees móest gewoon wat drinken. Snel kochten we een pakje sap en haastten ons weer terug. Cees wisselt zijn opgetogenheid af met tekenen van vermoeidheid. Hij wrijft met zijn kleine handjes in zijn ogen. Gelukkig is het vrijdag en hoeft hij morgen niet naar school.

 

Net op het punt beland dat je niet meer precies weet wat je moet doen, zie ik opeens het krullenkapsel van mijn schoonmoeder opdoemen. Ze maakt een zoekende beweging in haar handtas. Snel zeg ik tegen Cees: ‘Daar is oma!’ en loop op haar af. Wat fijn dat we elkaar gevonden hebben en wat leuk om haar te zien. Ze ontfermt zich direct over Cees die heel blij is met haar komst. Een misverstand op de luchthaven – andere aankomsthal dan gepland – heeft tot deze vertraagde hereniging geleid. Geen van beiden begrepen we ook maar iets van wat er in het Spaans werd omgeroepen. Ook zij ondergaat een rituele welkomstknuffel van Feliciano, die de smaak nu helemaal te pakken lijkt te hebben.

 

In de auto antwoordt Cees enthousiast op haar vragen en ik vertel tussendoor over onze belevenissen. Het is geweldig om onze nieuwe woonplaats en alles wat daarbij hoort weer aan iemand te kunnen showen. El Señor is ook blij om zijn moeder weer te zien. Hij wijst haar haar kamer, door Diana alweer voorzien van een schoon bed, en daarna maakt hij allerlei hapjes klaar die we al pratend verorberen.

 

’s Ochtends ontbijten we vaak samen bij El Pendulo, een boekenzaak annex restaurant met groot terras. Het is een prachtig oud Mexicaans pand, van vloer tot nok gevuld met boeken waar je heerlijk kunt ontbijten. Dat wordt al snel onze ‘stamlocatie’. ’s Middags staat Cees centraal die we samen – met Feliciano uiteraard – uit school halen. Zo creëren we een prettig ritme. Daarnaast is er tijd voor sightseeing. Feliciano rijdt ons luid toeterend en met veel armgebaren gepaard gaand dwars door de stad. Oma Joke is onder de indruk. Maar ik kan de woorden van mijn moeder ‘Eus, hij is analfabeet en anders is er iets anders mis’, toch niet helemaal uit mijn hoofd zetten. De ritten duren erg lang, dat wel. Maar het is ook een erg grote stad.

 

Het einde van de week komt al snel in zicht. Het betekent voor mij ook het einde van de ‘introductieperiode Mexico’. Hierna ben ik gastvrouw af, en moet ik langzaam maar zeker mijn eigen draai gaan vinden. Heel spannend, maar ook best lekker. Het rijk weer voor mezelf alleen, wat rust zien te nemen en dan in m’n eentje mijn nieuwe weg in slaan.

 

 

Eugenie van Stratum is communicatiemanager. Moeder en echtgenote. Ze leest en schrijft. Eet en drinkt (niet altijd in gepaste hoeveelheden). Doet aan pilates. Bezwijkt regelmatig voor ongecontroleerde actie.

Portretfoto: Natalie Leeuwenberg